Het aloude gehucht Riel behoorde tot voor kort bij de gemeente Geldrop en was een van de zes gehuchten die de voormalige gemeente Zesgehuchten uitmaakten. Het dorp Zesgehuchten heeft een zeer vreemde geschiedenis, aangezien het gerechtelijk een onderdeel was van de heerlijkheid Heeze-Zesgehuchten en kerkelijk to Geldrop behoorde. De tienden van Zesgehuchten, onder andere die van Riel, kwamen toe, voor de heft aan de heer van Geldrop en voor de helft aan de Landcommanderie van de Duitse orde te Aldenbiezen (B), die het patronaatsrecht over de kerk van Gedrop bezat. Deze tienden waren leenroerig aan de hertog van Gelre, terwijl de gronden, waarvan een tiende deel der opbrengst werd afgestaan, toebehoorden aan de boeren die in de heerlijkheid Heeze-Leende-Zesgehuchten woonden en als zodanig bewoners waren van de heerlijkheid, die leenroerig was aan de hertog van Brabant.
Kortom de geschiedenis van dit gebied is zeer complex en uit het verdere verhaal zal blijken dat de huidige toestand en vorm van Riel evinmin een open boek is. We zullen namelijk zien dat de driehoekige vorm van het plein op Riel weinig te maken heeft met de zo typische zeer oude driehoekige pleinen in andere barbantse dorpen en gehuchten. Het plein van Riel is een situatie die op toevallige wijze pas later ontstond.
Riel is zonder meer een erg oud gehucht. De oudste gegevens gaan terug tot de late middeleeuwen. Archeologische gegevens zijn nog te beperkt om iets naders te zeggen over de vroegste nederzetting. De oudste bewoning die we schriftelijk kunnen aantonen moeten we situeren op een hooggelegen pleistocenen dekzandrug. Plaatselijk werd deze hoogte "de Donck" genoemd, hetgeen overeenkomt met andere vroege nederzettingen. De Donck lag in het zuidelijk gedeelte van Riel, daar waar we ook een dikke eslaag tegenkomen.
Langs de Donck stroomde een beekje dat de naam "de Lakerloop" droeg. Momenteel
is dit slechts een droog slootje langs een oud perceel. Op de overige percelen
treffen we het niet meer aan. Op de Donck lagen enkele huizen, waarvan de
hoeven van de Heilige Geest (d.i. Armbestuur) van
Nabij de
Tekst: Jean Coenen, 1987